Geamputeerd: Hoe klein verlies grote pijn brengt

Over een glimlach die gezien wil worden, tot het einde

Levend verlies raakt ons allemaal, vaak zonder dat we het beseffen. Het afscheid van wat je ooit had of was, kan net zo pijnlijk zijn als het verlies van een dierbare. Het is dus heel belangrijk om toekomstgericht te leren omgaan met en rouwen om datgene wat je kwijtraakt in het leven.

Vorige donderdag moest ik naar het ziekenhuis. Na een aanhoudende infectie, maandenlange pijn en de frustrerende zoektocht naar een bekwame tandarts die sterk op die naar de spreekwoordelijke naald in de hooiberg begint te lijken, moesten 3 tanden worden verwijderd.

Ik weet het, hoor: Benita, waar klaag jij nu weer over … Het lijkt zo klein, zo pietluttig onnozel, dat moeten missen van enkele kiezen… Zeker wanneer ik mijn situatie vergelijk met de hartverscheurende dingen die anderen meemaken. Wanneer ik Patricia hoor vertellen, de mama van 37 die onlangs het nieuws kreeg dat ze door terminale kanker maar enkele maanden meer heeft om afscheid te nemen van haar zoontje Kobe van 10 en haar dochtertje Luna van 8. Wanneer ik lees over Tore, de 25-jarige zoon van acteur Mathias Sercu, die al 3 jaar met een doodvonnis leeft dat steeds met kleine beetjes verlengd wordt. Of wanneer ik in de Instagram story van Irina, de vriendin van een vriendin, zie verschijnen dat ze al vele jaren de gewone, doodnormaalste dingen on hold moet zetten omdat ze wacht op de perfecte nier die haar leven weer draaglijk zal maken.

Mijn pijn en verdriet zijn peanuts in vergelijking met al die wondermooie mensen die zoveel doormaken en toch gretig hun tanden zetten in elke nieuwe dag die zich aankondigt.

Maar betekent dat dat ik niet mag rouwen om mijn verlies? Wil dat zeggen dat ik moet doen alsof het verdriet om mijn stralende glimlach van weleer niet bestaat en ik gewoon onverstoorbaar moet voortgaan? Moeten de stress- en gelukshormonen in mijn brein onderscheid maken tussen mijn eigen “kleine” rouw en hoe zielig of uitzichtloos ik de situatie van anderen beschouw?

Zo ja, hoe maak ik mijn amygdala – de alarmcentrale in mijn hersenen – wijs dat ze niet mag reageren op het verlies van alweer een stukje van mezelf, alweer een stukje eigenwaarde, alweer een morzeltje zelfvertrouwen dat is afgebrokkeld? Hoe train ik mijn prefrontale cortex om de heimwee naar mijn volledige glimlach te verdringen? Hoe eis ik van mijn hersenen net datgene waar zelfs geleerde neurowetenschappers nog geen sluitende oplossing kunnen voor bedenken?

Mag ik voelen wat ik voel? Geamputeerd! Want zo voelt het nu ik niet meer kan kauwen zoals het hoort en niet meer durf te genieten van hartig krakende chips of een sappige, vlezige appel. Of huil ik krokodillentranen? Wat denk jij?

Dit lijkt een klein verlies, ik weet het. Maar het voelt alsof er een domino-effect op gang is gebracht. Het maakt angstig, dat verlies, bang voor de toekomst, voor de aftakeling die nog moet komen. Hoe lang duurt het voor de volgende stukjes van mezelf sneuvelen? Mijn glimlach. Mijn kracht. Mijn waardigheid.

Of wacht – gebeurt dat eigenlijk niet al jaren? Want verlies, lieve lezer, hoeft niet altijd spectaculair te zijn om een mokerslag uit te delen. Het kruipt langzaam je leven binnen. Een huwelijk dat strandt. Een ouder die je verliest. Of misschien een diagnose die je dwingt om afscheid te nemen van een versie van jezelf die je ooit was.

Psychologen, coaches en therapeuten (zoals ikzelf) noemen dat levend verlies: dat wat je kwijtraakt terwijl je nog leeft. En eerlijk? Het is minstens zo pijnlijk als afscheid nemen van een geliefde. Misschien zelfs moeilijker, want er is geen begrafenis, geen ritueel, geen moment van afsluiting. Het verlies blijft maar hangen.

Het ironische is dat de dood ons stiekem allemaal achtervolgt. Maar we doen alsof we onsterfelijk zijn. Zeker in hartje West-Vlaanderen, waar ik nu al een jaar woon. Ik word hier omringd door kreukharde mensen, die een knoestige en verweerde ziel lijken te hebben, een ijzeren gestel en een geest van Cortenstaal. En ze zijn er trots op. Hier vindt men dat zelfs de “Groote traenen” het niet verdienen om gehuild te worden. Zwoegen, niet klagen, doorzetten, en vooral ouderwets oersterk zijn. “Dat hoort zo!”, oordeelt de gemiddelde West-Vlaming. En eigenlijk denkt Jan-Met-De-Pet er overal in Vlaanderen in alle stilte zowat hetzelfde over. Zou dat de reden kunnen zijn waarom de cijfers voor zelfdoding hier 1,5 keer hoger liggen dan in de rest van Europa?

Het is in ieder geval een feit dat we alles wat met afscheid, verdriet en diepe emotie te maken heeft consequent voor ons uit schuiven. Die belangrijke gesprekken, die ene reis, die wilsverklaring, … we gaan er met een grote boog omheen. Want stel je voor dat we écht zouden moeten nadenken over het einde !??! Welnu, laat me je dit vertellen:

De toekomst wacht niet tot jij er klaar voor bent.
Wachten is verliezen. En verliezen – dat weet ik nu – doet pijn.

Want afscheid nemen is meer dan een formaliteit. Het is veel meer dan alleen wat papieren invullen en zorgen dat je geldzaken geregeld zijn. Het is je laatste kans om betekenis te geven aan wat er écht toe doet. De ideale kans om ook postuum (= na je dood) de mensen waar je van houdt te gidsen en te behoeden voor teveel verdriet.

Een tastbaar, zinvol en warm afscheid is niet alleen een moment van loslaten, maar biedt tal van kansen om je eigen geluk en dat van anderen intenser te maken. Een goed afscheid gaat over regie nemen over je leven, je wensen uitspreken en dromen najagen die je nog niet hebt durven realiseren.

Of je nu worstelt met levend verlies, je uitvaart wil plannen, herinneringen wil vastleggen voor je ongeboren kleinkinderen, of eindelijk die wilsverklaring rond orgaandonatie op papier wil krijgen: ik ben er voor je. Ik help je om afscheid te nemen van wat je nu kwijt bent – en van wat nog moet komen. Samen schrijven we jouw verhaal. Samen zorgen we dat er niets meer onuitgesproken blijft.

Ik wil jouw houvast zijn in het proces van gelukkig en vrij leven tot de dood. Dat betekent dat ik tijd maak voor wat echt telt. Als troostmentor en rouwbegeleider zoek ik snelle, krachtige manieren om om te gaan met rouwpijn en gevoelens van frustrerende onmacht of overstelpend schuldgevoel.

Als afscheidsanker informeer ik je geduldig over je rechten als patiënt en neem rustig de tijd om je wegwijs te maken in al die administratie, ingewikkelde voorwaarden en adembenemende beslissingen rond zorgplanning, euthanasie, palliatieve sedatie en testamenten. Zo buigen we je angst voor onzelfredzaamheid of voor anoniem en eenzaam aftakelen om naar een gezond zelfvertrouwen over je levenseinde. Weten dat je aan het eind van je dagen kan vertrouwen op een uitgekiend, zelfgekozen eindelevensplan, waarvan jij stevig de touwtjes in handen houdt, maakt je immers instant veel rustiger en gelukkiger.

Maar ik doe veel meer dan dat. Ik help je ook zeer concreet om eindelijk eens werk te maken van die droom die je al veel te lang hebt uitgesteld. Of ik zet je mooiste avonturen om in een levensboek waar jijzelf en je geliefden weer helemaal blij van worden en nog jarenlang kracht en troost uit putten.

Met mijn lichtvoetige, laagdrempelige en betaalbare aanpak – die al vele mensen nieuwe inzichten bracht – reik ik je de juiste tools aan om afscheid te nemen op jouw manier. Want ja, zelfs het kleinste verlies verdient een adieu dat recht doet aan wat het voor jou betekende, ook al gaat het maar om een deel van je gebit.

Durf jij stil te staan bij wat je nog wil doen, zeggen of regelen? Durf jij afscheid nemen in je leven te omarmen? Bel me. Mail me. Laat me je helpen. Want …

Wachten maakt het levenseinde niet makkelijker, minder erg of minder pijnlijk.
Het maakt afscheid nemen alleen maar minder van jou.

Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven