Afscheid, verlies en rouw:
Het is een rollercoaster van emoties: verdriet, woede, schuld en angst wisselen elkaar in ijltempo af. Dan doet het deugd om te verbinden met iemand die begrijpt wat je doormaakt, die ooit met dezelfde twijfels, vragen en problemen heeft geworsteld en daaruit hoop en perspectieven kon distilleren voor de toekomst.

Mijn levenspad is doordrenkt van tal van rouw- en verlieservaringen die me vormden tot wie ik vandaag ben: afscheidsanker, uitvaartmooimaker en troostmentor voor wie geconfronteerd wordt met de pijn en het hartzeer van “moeten afgeven”.

1968

Mijn geboorte ligt aan de basis van een diepgeworteld schuldgevoel, aangezien mijn komst mijn moeder ernstig ziek maakte. Ze moest tijdens haar zwangerschap zes maanden bedrust houden en zou na de zware bevalling nooit weer volledig gezond worden. Meer dan 20 jaar later pas zou de diagnose MS gesteld worden.

1981

We woonden in een herenhuis, veel te groot en veel te duur voor ons gezin alleen. De bovenste verdiepingen verhuurden we aan een lieve mevrouw die mijn moeder ook wat hielp in de huishouding. Iedereen was perfect gelukkig, tot die dag dat die luide knal weerklonk en haar zoon zich een kogel door het hoofd schoot. Het was een ongeluk, probeerden mijn ouders me te vertellen. Ik heb het nooit geloofd.

1993

Geen LDVD, maar een hartaderbreuk veroorzaakte de plotse dood van mijn veel te jonge tante Lydie. Haar overlijden was een bom die een heel diepe krater sloeg in familierelaties in het algemeen en in mijn leven als twintiger in het bijzonder. Valentijn was sindsdien nooit meer hetzelfde. Het volledige verhaal van mijn enige tante kan je nalezen als in memoriam op de blog van Team Goodbye.

1975

Mijn moeders papa sterft na een uitputtende strijd tegen longkanker. Ik was 6 en herinner me nog goed dat hij mijn vader smeekte om hem “de kop in te slaan”, zodat de ondraaglijke pijn eindelijk zou stoppen. Maar nog meer nachtmerries hield ik over aan de confrontatie met mijn dode opa in het mortuarium.

1985

Nee, ik heb mijn oma niet vermoord, maar dat heb ik wel jarenlang gedacht. Ik was 16 en we waren aan zee. Ik was even met haar alleen, maar zat liever buiten in de zon dan binnen bij haar aan tafel. Ze struikelde, viel en raakte in coma. Ze stierf enkele weken later, nog altijd in de caravan aan zee. Het gevoel dat ik verantwoordelijk was voor haar dood kon ik maar heel moeizaam van me afschudden.

1995

Misschien moet je van Aalst zijn om bovenstaande zin te begrijpen, of misschien is het wel duidelijk dat het gaat over “de grote boodschap”. In ieder geval, het was het favoriete carnavalsnummer van Herbert, één van mijn beste maatjes van toen.
Was het toeval dat zijn doodsvonnis nu net dikke-darmkanker was? Ik weet het niet. Wat ik wel weet: ik denk nog vaak aan onze dolle avonturen samen.

2002

Mijn schoonmoeder stierf op de intensive care van het ziekenhuis. Ook na een zoektocht van meer dan zes maanden bleef de oorzaak voor het falen van het ene orgaan na het ander een raadsel voor de artsen. Toch bleef iedereen geloven in die miraculeuze genezing die er nooit zou komen. Zelf had ze de strijd al enige tijd gestaakt. Ze had nog één verlangen waar ze hartstochtelijk voor vocht: ze wilde zo graag nog één keer naar huis. Helaas, die gunst heeft ze nooit gekregen, omdat iedereen te druk bezig was met proberen om haar te redden.

2020

Mama stierf aan de gevolgen van het Coronavirus. Haar dood was er één zonder afscheid, met een heleboel vragen die voorgoed onbeantwoord blijven. Het was er ook één van opluchting, na een leven vol ziekte, pijn en aftakeling als MS-patiënte. De dood was welkom en toch ook weer niet, want nooit of te nimmer komt de dood van iemand waar je van houdt op het juiste moment. Haar dood was een keerpunt in mijn leven en de voorbode voor Team Goodbye. Ergens moet ik de dood dus dankbaar zijn.

2016

Mijn schoonvader was al een hele poos dementerend en kon niet meer alleen thuis blijven. Na de zoveelste opname in het ziekenhuis, omdat ook zijn longen en darmen hun beste tijd gehad hadden, werd er dus een plekje voor hem gevonden in een WZC. We hadden er zijn meubels heengebracht en er heel veel foto’s neergezet. Het hielp niet. Hij liep er letterlijk verloren en was er diep ongelukkig. Hij verbleef er amper drie dagen voor hij opnieuw met een longontsteking in het ziekenhuis belandde en daar stierf aan een ziekenhuisbacterie.

2022

Mijn vader was kerngezond en mega-gelukkig. Hij had de dood van mijn ma zonder kleerscheuren verwerkt en had nog vele mooie jaren in het verschiet, dacht iedereen. Maar een vervelend kuchje dat maar niet ophield, bewees het tegendeel. Zijn hele leven had hij mijn mama verzorgd. Zelf was hij slecht in ziek zijn. Die kankerdiagnose kon hij dus niet aan. Een maand later al kreeg hij het “verlossende” spuitje: de korte pijn. Als achterblijver moet je dan blij zijn, omdat zijn wens werd gerespecteerd …

Benita Michiels, ervaringsdeskundige in mensen missen

Benita Michiels, ervaringsdeskundige in rouw, afscheid en verlies. Anker van vertrouwen.
Benita Michiels, ervaringsdeskundige in levend verlies

Ik was 32

toen ik mijn kinderwens moest opgeven en in allerijl mijn baarmoeder en eierstokken verwijderd werden om de opmars van kanker te stoppen. De kanker overwon ik. De jeugddroom dat ik ooit vijf mooie kinderen op de wereld zou zetten, moest ik voorgoed laten varen.

Ik was 48

toen een heel zware burn-out en een daaraan gekoppelde depressie mij volledig uit het lood sloegen en me er twee jaar lang van weerhielden om gelukkig te zijn. Pas met de hulp van medicijnen en psychologische begeleiding leerde ik dat het OK was om niet perfect te zijn en dat fouten maken niet alleen menselijk, maar soms zelfs ook wenselijk is.

Ik was 52

toen ik na twaalf jaar trouwe dienst de job kwijtraakte bij het bedrijf waarvan ik het gevoel had dat ik dat zelf mee uit de grond gestampt had. Tien ton persoonlijke betrokkenheid, het constante streven naar perfectionisme en een oneindig lijkende kennis van het product boden blijkbaar onvoldoende garantie tegen de economische nadelen van COVID19.

Ik was 54

toen ik voelde dat mijn knieën en gewrichten niet meer meewilden, dat traplopen steeds moeilijker werd en dat zelfs lange wandelingen een uitdaging werden. Sindsdien heb ik een mooi huis met heel wat niveauverschillen ingeruild voor een appartement en probeer ik gelukkig te leven met de beperkingen die het leven me bedeelt.

Scroll naar boven